Van competentie naar kans: MAP-training zet statushouders op de arbeidsmarkt

In een wijkcentrum in Roermond buigen statushouders zich over diverse beroepsprofielen. Sommigen twijfelen tussen hun droombaan en een realistisch startpunt, anderen ontdekken mogelijkheden die zij eerder nog niet hadden overwogen. De Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) van Vluchteling aan Zet brengt hen een stap dichter bij werk én zelfredzaamheid in Nederland.

“Het is voor deze doelgroep lastig om het verschil te zien tussen een competentie en een werknemersvaardigheid,” legt Paul van Riesen van Vluchteling aan Zet uit. Toch is dat onderscheid in Nederland essentieel bij sollicitaties. “In de cultuur waar zij vandaan komen, is het niet gebruikelijk om dat expliciet te benoemen. Daar ga je gewoon ergens werken en dan zie je vanzelf hoe het loopt.” Trainers Paul en Hoseb gebruiken daarom diverse oefeningen en voorbeelden om deze begrippen duidelijk te maken. Hun doel: statushouders leren reflecteren op hun eigen vaardigheden en deze realistisch inschatten voor de Nederlandse arbeidsmarkt.

Deelnemers verkennen verschillende sectoren en leren welke vaardigheden nodig zijn voor een baan. Zo ontdekken ze waar hun kansen liggen én waar niet. Want pas als je weet wat gevraagd wordt, kun je jezelf gericht en realistisch presenteren.

Heeft solliciteren zin?

De deelnemers maken kennis met verschillende sectoren: van groenvoorziening en horeca tot administratief werk, zorg, transport en logistiek. Bij elke sector ontdekken cursisten de benodigde competenties en werknemersvaardigheden. “Ze hebben geleerd om de woordenschat rondom competenties mee te nemen in hun denkproces,” vertelt Paul. “Zo begrijpen ze dat ze bij het solliciteren rekening moeten houden met welke competenties en vaardigheden nodig zijn voor een startersfunctie. Heeft het voor mij zin om daar te solliciteren? Maak ik kans om aangenomen te worden? Of is het eigenlijk een kansloze actie?” Als voorbeeld noemt hij iemand zonder technisch inzicht die als timmerman aan de slag wil: “Die heeft minder kans van slagen dan iemand die wel met hout kan werken, maar in een productiebedrijf houten panelen schuurt.”

Van cv tot elevatorpitch

De training gaat verder dan alleen het herkennen van competenties. Cursisten leren ook hoe zij zichzelf kunnen presenteren: “Wat vul je in op een cv? Wat is een profieltekst? Hoe profileer je jezelf? Wat is belangrijk om te vermelden?” Tijdens een rollenspel deelnemers een sollicitatiegesprek voor een vacature die ze zelf hebben gekozen.
Ze doen dat in het Nederlands, met de groep als publiek. Die kijkt kritisch mee: begrijpen ze de functie, de werktijden, de verwachtingen? Ook houding telt: oogcontact, kleding, jas uit. Zo ervaren ze wat erbij komt kijken en of hun taalvaardigheid toereikend is. Het maakt duidelijk: een baan krijg je niet vanzelf, je moet jezelf overtuigend presenteren. Als huiswerkopdracht bereiden ze een persoonlijke elevatorpitch voor: “Zes zinnen over wie ze zijn, wat ze doen en wat ze graag willen bereiken,” legt Paul uit. Daarmee oefenen ze hun ‘Nederlandse cv-identiteit’ – een cruciaal instrument voor hun toekomst op de arbeidsmarkt.

Deelnemers ontdekken samen welke vaardigheden nodig zijn voor werk in Nederland. Met gekleurde stickertjes op de muur verkennen ze beroepen en benoemen ze de bijbehorende skills in het Nederlands. Zo groeit het inzicht én het zelfvertrouwen: een stap van droom naar kans.

Diversiteit in de groep

Tijdens de trainingen valt op hoe verschillend de deelnemers zijn. Sommigen kunnen niet lezen of schrijven – zelfs niet in hun eigen taal – terwijl anderen alles direct begrijpen. Maar één ding hebben ze gemeen: ze willen de taal en cultuur leren, zodat ze een echte kans maken op betaald werk. Sommige deelnemers stellen al verdiepende vragen: “Moet ik op mijn cv ook mijn negatieve en positieve karaktereigenschappen vermelden? Hoe reageer ik als men vraagt: ‘Je bent heel efficiënt en zelfstandig, maar kun je ook in een team werken?’” Paul merkt op: “Ik zag dat sommigen daar echt scherp op waren, en ook de drive en motivatie hadden om hiermee aan de slag te gaan.”

Werken en taal leren gaan hand in hand

De MAP-training behandelt ook praktische zaken: wat is verplicht in Nederland, waarom moet je werken, wat is een redelijke reisafstand en welke arbeidsvormen zijn er? De reacties hierop verschillen. “Sommigen zeiden: ‘Ik was van plan nog niet te gaan werken de komende drie jaar, want ik wilde eerst de taal leren. Maar nu begrijp ik dat werken en taal leren hand in hand gaan.’ Anderen gaven juist aan zo snel mogelijk te willen gaan werken, om via werk de taal beter onder de knie te krijgen.” Het belangrijkste resultaat is de bewustwording: “De positieve ontwikkeling is dat mensen zich ervan bewust worden dat ze hier in Nederland niet op een reservestoel moeten blijven zitten, maar zelf aan zet zijn. Om te voorkomen dat er nog meer jaren verloren gaan in hun ontwikkeling of zelfredzaamheid hier in Nederland.”

Tijdens de MAP-training bespreken deelnemers praktische vragen over werk en plichten. De inzichten verrassen: de één kiest ervoor sneller te starten, de ander ontdekt dat werken en taal leren goed samen gaan.

Bewezen succesformule

“De terugkoppeling was heel vergelijkbaar met eerdere keren bij de MER-gemeenten,” vertelt Paul tevreden. “De training werd ervaren als prettig, interactief, begrijpelijk en met oog voor de deelnemers.” Met deze aanpak ondersteunt Vluchteling aan Zet statushouders bij hun weg naar werk. Niet door hen ergens onder te brengen, maar door hen te leren hoe ze hun kwaliteiten kunnen benoemen en keuzes maken die bij hen passen. Zo zijn zij écht zelf aan zet.

Meer weten over de MAP-training?

Wilt u als gemeente statushouders effectiever naar de arbeidsmarkt begeleiden? De MAP-training van Vluchteling aan Zet heeft bij diverse gemeenten al bewezen resultaten opgeleverd. Ontdek wat deze aanpak voor uw gemeente kan betekenen.

Lees hier meer over de MAP-training

 

Contacteer ons

Vrijblijvend kennismaken met Vluchteling aan Zet?
Vul het formulier in en we nemen contact met u op.

Translate »