Statushouders ontdekken de wereld van de kinderopvang bij Wee-Play
Op een frisse dag in april brengen Paul van Riesen van Vluchteling aan Zet en Elvera Verberkt van de MER-gemeente een bezoek aan kinderdagverblijf Wee-Play in Sint Odiliënberg. Ze zijn vergezeld door drie vrouwelijke statushouders die een grote affiniteit hebben met kinderen en graag in de kinderopvang willen werken. Het bezoek maakt deel uit van de MAP-training, waarin statushouders bedrijven bezoeken om te ontdekken of het interessant is om daar te gaan werken. Maar is kinderopvang in Nederland hetzelfde als die in hun geboorteland?
Tijdens hun bezoek aan Wee-Play verkennen de dames de prachtige locatie en verdiepen ze zich in de kinderopvangsector in Nederland. Ze ontdekken de vereisten van het beroep, waaronder het volgen van een specifieke opleiding en het bekwaam zijn in de zorg voor kinderen van diverse leeftijdsgroepen. Ze leren dat ze educatieve ondersteuning moeten bieden die past bij de ontwikkelingsfase van elk kind. Ook het belang van de specifieke wensen van ouders, inclusief die van ouders met een multiculturele achtergrond, komt aan de orde. Verder bespreken ze de werktijden en de duur van verschillende opleidingstrajecten.
Verwachtingen en ervaringen uit het land van herkomst
De statushouders worden zich bewust van de verschillen tussen het werken met kinderen in hun land van herkomst en in Nederland. In hun thuisland hebben ze vaak al jaren ervaring met het zorgen voor kinderen, bijvoorbeeld in een weeshuis of bij een kerkelijke organisatie. Daar zorgen ze voor kinderen van verschillende leeftijden, koken voor hen en bieden een vorm van educatie aan.
Het belang van taalbeheersing
Tijdens het bezoek wordt duidelijk dat taalbeheersing een cruciale factor is om in de Nederlandse kinderopvang te kunnen werken. De dames denken aanvankelijk dat ze de taal vanzelf zullen leren door met kinderen te werken, maar Paul legt uit dat het juist andersom is: zij moeten de kinderen de taal leren. Om goed te kunnen communiceren met de kinderen, is een taalniveau van minimaal B1 vereist.
Kansen voor statushouders in de kinderopvang
Ondanks de verschillen in verwachtingen en ervaringen, mogen de statushouders na de MAP-training stagelopen bij Wee-Play om ervaring op te doen en te ontdekken wat het werk in de Nederlandse kinderopvang inhoudt. Vanuit daar kunnen ze bekijken of ze verder willen gaan met een opleiding in deze richting, zodra hun taalvaardigheid voldoende is.
Het bezoek aan Wee-Play was een positieve ervaring voor de statushouders en voor Paul en Elvera. Het toonde de mogelijkheden voor statushouders in de kinderopvang, mits ze de basisvereisten en verwachtingen van Nederland begrijpen. Door statushouders kansen te bieden, dragen werkgevers niet alleen bij aan hun integratie; ze profiteren ook van hun ervaring, affiniteit met kinderen en motivatie om in deze sector te werken. Het hoogtepunt van dit bezoek was het bewijs dat verschillende culturen elkaar verrijken door samen te werken. Zo bloeit er iets prachtigs op in onze multiculturele samenleving.